Alle pups van TCI-Bulls worden goed gesocialiseerd.

Neonatale fase (leeftijd: 0-2 weken)

De draagtijd van zowel de hond als de kat is gemiddeld 63 dagen. Een pup en kitten kunnen bij de geboorte niet zien en niet horen. Het jonge dier is volledig afhankelijk van de moeder. In de eerste 14 dagen liggen een pup en de kitten dan ook vooral bij de moeder. De ogen en oren zijn zoals gezegd nog gesloten, alleen reuk- en tastzin bestaan.

Met hun tastzin en neus vinden de jongen de weg naar moeders tepel en leren ze haar geur en die van hun broertjes en zusjes (her)kennen. De kleintjes nemen in deze periode ook de mensengeur op. De eerste twee weken zijn dus belangrijk voor de dier-mensbinding. De pups of kittens mogen af en toe opgepakt en tegen het lichaam aangehouden worden. Rust is echter enorm belangrijk in deze fase. Te vaak oppakken en contact met vreemde mensen is dus niet verstandig.

Overgangsfase (leeftijd: 2-3 weken)

De oren en ogen openen zich en iedere dag zal de pup of de kitten meer van zijn omgeving zien, horen en herkennen. Het jong begint de omgeving te onderzoeken, eerst kruipend en later lopend. Poepen en plassen kunnen ze, zonder hulp van moeder, buiten het nest. in deze periode worden de eerste leerprocessen mogelijk. Bij de geboorte zijn de tanden van de pup en kittens nog niet te zien. Ze zitten nog onder het slijmvlies. Bij de kittens komen de eerste tandjes door op een leeftijd van 2 tot 3 weken. Bij pups gebeur dit op een leeftijd van 3 tot 4 weken.

Eerste socialisatiefase (leeftijd: 3-12 weken)

Dit is een heel belangrijke fase in het leven van een hond. Pups zijn in deze periode erg nieuwsgierig en ondernemend en ze herstellen snel als ze ergens van schrikken. Dit is dus een prima fase om de pups de eerste dingen te leren. Na de zevende levensweek ontstaat er een toenemende aarzeling bij het zien van nieuwe dingen. Ook neemt na de zevende week de nestbinding af, de pups gaan buiten het nest slapen. De meeste teven zullen hun pups van nature spenen op een leeftijd tussen de vijf en zes weken, de moeder zal de pups door te grommen en weg te lopen duidelijk maken dat ze niet meer wil dat ze komen drinken. Pups gaan in deze periode in toenemende mate vast voedsel opnemen. De zindelijkheidstraining moet in deze fase ook beginnen, van nature gaan de pups nu hun behoefte op een vaste plek buiten het nest doen.

Tweede socialisatiefase (leeftijd 3-6 maanden)

In deze periode zal de pup alle eerder opgedane positieve ervaringen uit de eerste socialisatiefase opnieuw moeten meemaken. Door herhaling van deze ervaring wordt voorkomen dat de pup alsnog angstig gedrag gaat vertonen. het is dus van belang de pup op een positieve manier met veel verschillende dingen (situaties, mensen, dieren) in contact te brengen. Pups zijn in deze fase extra gevoelig voor traumatische ervaringen, wat nogmaals het belang van een positieve benadering onderstreept. Zo rond de leeftijd van vijftien weken zijn in een roedel in de natuur de onderlinge dominantie verhoudingen vastgesteld. Ook tussen hond en eigenaar zal de dominantieverhouding nu bepaald zijn.

Puberteit pup ( 6-9 maanden)

De meeste honden bereiken in deze periode hun seksuele volwassenheid. Rond de zes maanden loopt de angstfase op zijn eind en zal het ontwijkende gedrag weer gaan afnemen. Wel kunnen honden nu gedrag gaan vertonen waarbij ze hun positie in de rangorde proberen te verhogen. Eerder aangeleerde commando's zijn ze 'opeens' vergeten. Extra training, goed gedrag belonen en vooral de hond positief blijven benaderen zullen ervoor zorgen dan de (dominantie)relatie tussen hond en baas goed blijft en versterkt wordt. Voor een goede socialisatie van honden is het dus van groot belang dat zij tijdens deze gevoelige fasen veel in contact komen met verschillende mensen, kinderen, soortgenoten (diverse rassen en formaten), leeftijdsgenoten, verschillende situaties en voorwerpen en tot slot: met overige (huis)dieren, vooral prooidieren. Dit kan voorkomen dat de hond later prooigedrag zal vertonen ten opzichte van bijvoorbeeld het konijn. Een van de beste adviezen die een nieuwe (onervaren) eigenaar van een pup kan krijgen, is om op puppycursus te gaan bij een goede hondenschool.